Nog een laatste wintersportgerecht om de herinneringen warm te houden, voordat we echt de lente in gaan. Vorige week vertelden we je alles over het Franse gerecht Tartiflette. En eerder gaven we je de 10 beste tips en trics om de perfecte kaasfondue op tafel te zetten, en deelden we onze top 3 kaasfonduerecepten. Vandaag een ode aan de raclette. We smelten de kazen!

 

Râcler

Raclette is naast kaasfondue een van de nationale gerechten van Zwitserland. De naam is afkomstig van het Franse woord râcler, wat "schaven" of "schrapen" betekent. Raclette werd als eerste genoemd in middeleeuwse geschriften als een bijzonder voedzame maaltijd, die voornamelijk door boeren uit het bergachtige deel van Zwitserland werd gegeten.

 

Kaas aan de spies

De oorsprong van raclette is te vinden in de traditie van wat de Fransen noemen "la transhumance": het "overzomeren" van kuddes schapen in het hooggebergte tussen juni en september. Ook de herders bleven ter plaatse. Vers water en verse melk vinden was geen probleem, daarnaast hadden ze bloem meegenomen om platte broden te bakken, en ook nog harde kaas en gedroogd vlees. Natuurlijk hadden ze ook wel eens zin in een warme maaltijd. Daarom lieten ze een homp kaas, aan een stok gespiest, smelten boven een open vuur en met hun mes schraapten ze de gesmolten kaas op een stuk brood.

 

Traditionele bereiding

Bij raclette wordt meestal de grote ronde kaas doormidden gesneden. De kaas wordt eenzijdig verwarmd door een vuur, een speciale oven of een raclettetoestel. Als de kaas zacht is geworden kan met een mes een laag van het grote stuk kaas geschraapt worden. Steeds vaker zie je echter ook de variant waarbij de raclettekaas als plakjes kaas geserveerd wordt. Die plakjes kunnen dan met bijvoorbeeld het gourmetstel worden bereid.

Aan tafel!

De raclette wordt gegeten met gekookte aardappels (in de schil), augurkjes en zilveruitjes en soms ook andere groenten, zoals champignons, die samen met de kaas worden verwarmd. Ook worden er vaak fijne vleeswaren bij gegeten zoals ham, salami of spekjes. Over het algemeen wordt er witte wijn bij gedronken. Maar ook een gekoelde, lichte rode wijn is er heerlijk bij. Bijvoorbeeld een Beaujolais.